Bron van informatie
Sportvisserij Nederland.nl
Op grond van art. 6 van het "Reglement voor de binnenvisserij 1985" in combinatie met art. 61 van de "Uitvoeringsregeling visserij" geldt er van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei (voor het IJsselmeer tot en met 31 mei) een wettelijk verbod om in het Nederlandse binnenwater te vissen met een hengel met de volgende aassoorten:
een dood visje;
een stukje vis (ongeacht hoe groot);
slachtproducten;
alle soorten kunstaas, met uitzondering van kunstvliegen kleiner dan 2,5 cm.
Het verbod geldt op grond van het tweede lid van art. 6 van het "Reglement voor de binnenvisserij 1985" niet voor het vissen in de wateren van Walcheren, Schouwen-Duiveland, Tholen en Noord-Beveland, in het kanaal van Zuid-Beveland, in de Haven van Goes, in het Veerse Meer en het Grevelingenmeer en in de met die meren in open gemeenschap staande inhammen, kreken, spranken, killen en gaten.
Voor de visserijwetgeving worden niet alleen "echte" vissen als "vis" aangemerkt maar ook diverse schaal- en schelpdieren waaronder de verschillende soorten kreeften, krabben, garnalen en inktvissen. Het is dus ook verboden om van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei te vissen met kreeften, krabben, garnalen (inclusief de steurkrab) of inktvissen.
De wettekst maakt geen verschil in soorten kunstaas. Formeel geldt de gesloten tijd dus ook voor kunststof maden, mais etcetera. Dit is vreemd omdat je in de betreffende periode wel met echte maden en mais mag vissen. Dit komt omdat de regeling oorspronkelijk bedoeld is om het vissen op roofvis te voorkomen. Bij het tot stand komen van de regeling bestond er alleen nog maar kunstaas voor het vissen op roofvis. Daarom wordt er in de wettekst geen onderscheid gemaakt in soorten kunstaas. Om geen enkel risico te lopen kan een sportvisser in de betreffende periode beter geen kunstmaden en dergelijke gebruiken maar alleen echte maden.
N.B. een visrechthebbende heeft het recht om voorwaarden te stellen waaronder in “zijn” water mag worden gevist. Een visrechthebbende kan daarom als voorwaarde in de schriftelijke toestemming een langere gesloten periode vaststellen voor het gebruik van bepaalde aassoorten. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij het IJsselmeer en het Markermeer waar de gesloten tijd voor bepaalde aassoorten al eerder ingaat en ook langer duurt dan de wettelijke periode. In de Gezamenlijke Lijst van Nederlandse Viswateren en de Kleine Lijst van Viswateren is de gesloten periode voor deze wateren vastgesteld van 16 maart tot en met 30 juni. Daar is ook te lezen dat er bijzondere voorwaarden gelden voor het in bezit mogen hebben van baars en snoekbaars in de nabijheid van het IJsselmeer.
Voorbeelden
In de maand maart mag er nog worden gevist met kunstaas, een stukje vis of een dood visje. Vang je hiermee een snoek dan moet deze direct worden teruggezet (gesloten tijd voor de snoek). Vang je in deze maand een snoekbaars of baars die voldoet aan de minimummaat dan mag deze snoekbaars of baars in het leefnet worden bewaard en ook worden meegenomen, als de voorwaarden van de toestemming (vergunning) dat tenminste toestaan.
Van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei mag niet met kunstaas, een stukje vis of met een dode vis worden gevist en moet iedere snoek, snoekbaars of baars die eventueel wordt gevangen, direct worden teruggezet (zowel gesloten tijd voor aassoorten als voor de vissoorten snoek, snoekbaars en baars).
Vanaf de laatste zaterdag van mei (einde gesloten tijd aassoorten en einde gesloten tijd voor snoek, snoekbaars en baars) mag je wettelijk gezien weer met alle aassoorten vissen en mogen bovenmaatse snoekbaarzen en baarzen worden behouden voor zover de voorwaarden van de toestemming (vergunning) dat toestaan. Snoek zou je wettelijk gezien ook vanaf de laatste zaterdag van mei mogen behouden. Op grond van de voorwaarden in de toestemming is dit echter vrijwel altijd verboden.